Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen

Inleiding
Bent u zelfstandige en verkeert u tijdelijk in financiële problemen? Of ontvangt u een bijstandsuitkering en bent u van plan een eigen bedrijf te starten? Onder bepaalde voorwaarden kunt u een beroep doen op het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen, kortweg het BBZ. Het BBZ kent verschillende mogelijkheden tot bijstandsverlening aan zelfstandigen in uiteenlopende situaties. Het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen heeft als doel u als zelfstandige bij tijdelijke financiële problemen te ondersteunen, zodat u het bedrijf door middel van bijstandsverlening kunt blijven voortzetten en niet afhankelijk van bijstand wordt.

 

1. Voor wie is het BBZ bestemd?
Het BBZ voorziet in financiële ondersteuning aan de volgende doelgroepen:

  • gevestigde zelfstandigen in tijdelijke financiële problemen;
  • startende zelfstandigen.

 

Het BBZ kent daarnaast ook mogelijkheden voor bijstandsverlening aan specifieke doelgroepen:

 

  • oudere zelfstandigen met een niet-levensvatbaar bedrijf;
  • zelfstandigen die hun bedrijf willen beëindigen;
  • zelfstandigen die in afwachting zijn van een WAZ-uitkering;
  • marginale zelfstandigen met een levensvatbaar bedrijf.

 

2. Voorwaarden

 

2.1 Zelfstandige
Om als zelfstandige te worden aangemerkt moet u:

  • Tussen de 18 en 65 jaar zijn;
  • Voldoen aan de wettelijke vereisten tot het uitoefenen van het bedrijf;
  • Voldoen aan het urencriterium van de Wet inkomstenbelasting;
  • Nederlander zijn of een legaal in Nederland verblijvende buitenlander;
  • In Nederland gevestigd zijn;
  • Geen hulp meer kunnen krijgen van gangbare financieringsinstellingen zoals banken of het Borgstellingsfonds voor de landbouw;
  • het bedrijf moet na de hulpverlening levensvatbaar zijn en eventueel
    met een ander inkomen voldoende geld opleveren voor u en uw gezin. Dit geldt niet voor bedrijfsbeëindigende en oudere zelfstandigen;
  • alleen of samen met anderen de zeggenschap over het bedrijf hebben
    en de financiële risico’s dragen.

 

2.2 Voorliggende voorzieningen
Als een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening die gezien haar aard en doeltoereikend wordt geacht voor de belanghebbende, vervalt het recht op bijstand.

 

2.3 Levensvatbaar bedrijf
Een bedrijf wordt gezien als levensvatbaar als u als zelfstandige naar verwachting na de bijstandsverlening een inkomen zal verwerven dat, samen met het overige inkomen, toereikend is voor de voortzetting van uw bedrijf en voor de voorziening in het bestaan.

 

2.4 Vermogensgrens en bedrag ‘om niet’
Als uw eigen vermogen boven een bepaalde vastgestelde grens ligt kan géén bedrag ‘om niet’ worden toegekend. Voor de hoogte van deze vermogensgrens zie de bijlage ‘Vermogensgrens bedrag ‘om niet’ gevestigde zelfstandigen’. Als uw eigen vermogen tussen dit bedrag en de ondergrens (zie bijlage ‘Ondergrens voor 30%-eis bed rag ‘om niet’) ligt wordt een bed rag ‘om niet’ alleen verleend als dit eigen vermogen niet hoger is dan dertig
procent van het totale vermogen. Tot het totaal vermogen worden alle bezittingen gerekend, ook privé-bezittingen.

 

3. Welke uitkeringsvormen zijn er?
Het BBZ onderscheidt de mogelijkheid van een periodieke uitkering en/of bedrijfskapitaal. De verschillen tussen beide begrippen worden hierna uitgelegd.

 

3.1 Periodieke uitkering
Een periodieke uitkering voor de noodzakelijke bestaanskosten wordt alleen verstrekt wanneer uw inkomensproblemen van tijdelijke aard zijn. De periodieke uitkering die in eerste instantie als een voorschot wordt verstrekt, vult uw inkomen aan tot de bijstandsnorm. Daarboven kan nog een uitkering worden gegeven voor de premies arbeidsongeschiktheids- en ziektekostenverzekering.
Eventueel kan een tegemoetkoming in hoge woonkosten worden gegeven. De duur van de periodieke uitkering hangt af van de aard van uw situatie en is van beperkte duur. Het volgende overzicht geeft dit aan:

 

Categorie;                                               Periodieke uitkering tot ten hoogste
Gevestigde zelfstandigen;                   36 maanden
Oudere zelfstandigen;                         120 maanden
Pré-starters;                                          12 maanden
Stoppende zelfstandigen;                   24 maanden
Arbeidsongeschikte zelfstandigen;  Het tijdstip van WAZ-uitkering

 

De bijstand wordt pas definitief vastgesteld, nadat het inkomen uit uw bedrijf bekend is.Tot die tijd wordt een voorlopige uitkering uitbetaald, gebaseerd op een schatting van uw verwachte jaarinkomen. De voorlopige uitkering wordt met de definitieve uitkering verrekend. Als uw eigen vermogen beneden de in de wet vastgestelde vermogensgrens ligt, dan wordt de definitieve uitkering een bedrag ‘om niet’ (schenking). Ligt uw eigen vermogen boven de vermogensgrens, dan is de definitieve uitkering een renteloze lening. De gemeente die het BBZ uitvoert, geeft aan binnen welke termijn de uitkering terugbetaald moet worden. Voor de hoogte van deze vermogensgrens zie de bijlage ‘Vermogensgrens bedrag ‘om niet’ gevestigde zelfstandigen’.

 

3.2 Bedrijfskapitaal
Als u geld nodig heeft om een levensvatbaar bedrijf in stand te houden, kan bedrijfskapitaal in de vorm van een lening verstrekt worden. In de wet is een maxima bedrag voor deze lening vastgelegd, zie de bijdrage `Max.
geldlening/borgtocht gevestigde zelfstandigen’. De maximale toptijd is tien 5 jaar. Het renteniveau van de lening is ook vastgelegd in het BBZ, dit wordt jaarlijks aangepast en volgt het rentepercentage van de banken, zie de bijlage ‘Rentepercentage’. Als uw eigen vermogen beneden de vermogensgrens kan het bedrijfskapitaal of wel een deel ervan worden omgezet in een bedrag ‘om niet’. Dit kan alléén als in het jaar van de bijstandsverlening of in het daaraan voorafgaande jaar uw inkomen lager is geweest dan de bijstandsnorm. Bij een inkomen boven de bijstandsnorm is géén bedrag ‘om niet’ mogelijk. Als uw inkomen ook in het eerste en het tweede jaar na de kapitaalverstrekking beneden de bijstandsnorm blijft, kan de rente over de desbetreffende jaren worden kwijtgescholden.

 

3.3 Borg
Bijstand in de vorm van borgtocht is een extra vorm van bijstandverlening binnen het BBZ. Hierbij wordt de BBZ-lening veelal door uw eigen bank verstrekt en staat de gemeente hier borg voor. Een borgstelling is alleen mogelijk bij een aanvraag voor bedrijfskapitaal. Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (BBZ) De aanvraag wordt op dezelfde manier beoordeeld als een aanvraag waarbij de bijstand door de gemeente wordt verstrekt. Ook het maximumbedrag en de looptijd van de lening wijken niet af van een lening ten behoeve van bedrijfskapitaal.

 

4. Doelgroepen
4.1 Gevestigde zelfstandigen
De belangrijkste vormen van bijstandsverlening aan gevestigde zelfstandigen
zijn:
Periodieke uitkering Gevestigde zelfstandigen die niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien vanwege tijdelijke inkomensproblemen kunnen een periodieke uitkering
ontvangen. Op grond van het BBZ wordt het inkomen aangevuld tot de bijstandsnorm. Gevestigde ondernemers kunnen gedurende maximaal twaalf
maanden aanspraak maken op een periodieke uitkering. Deze uitkering kan met maximaal 24 maanden worden verlengd als er vanwege externe omstandigheden
langer behoefte is aan financiële ondersteuning. In principe wordt de uitkering verstrekt in de vorm van een renteloze lening. In het jaar na de bijstandsverlening wordt, als het inkomen over het voorafgaande jaar
bekend is, door de gemeente vastgesteld of u een deel van de lening nog terug moet betalen. Bedrijfskapitaal Als het voortbestaan van een levensvatbaar bedrijf of zelfstandig beroep gevaar loopt kan er een dringende behoefte zijn aan bedrijfskapitaal. Bedrijfskapitaal wordt op grond van het BBZ verstrekt in de vorm van een rentedragende lening. Het maximumbedrag staat aangegeven in de bijlage `Max. geldlening/borgtocht gevestigde zelfstandigen’. De rente volgt het niveau van de banken. De lening moet in tien jaar terugbetaald worden. Als u in het jaar dat u een aanvraag voor bedrijfskapitaal indient, of in het jaar daaraan voorafgaand een laag inkomen had, kan een deel van het benodigde bedrijfskapitaal worden versterkt in de vorm van een bedrag dat niet terugbetaald hoeft te worden. Bij een laag inkomen in de twee daarop volgende jaren kan de rente over die jaren geheel, of gedeeltelijk kwijtgescholden worden.

 

4.2 Startende zelfstandigen
Het BBZ kent een aantal vormen van bijstandsverlening voor mensen met een bijstandsuitkering of met een werkeloosheidsuitkering die een bedrijf of zelfstandig beroep willen starten. Voor startende ondernemers die beschikken over een ondernemingsplan, waaruit blijkt dat het bedrijf dat wordt gestart levensvatbaar is, bestaan de volgende vormen van bijstandsverlening:

 

Periodieke uitkering
Als startende ondernemer kunt u gedurende maximaal 36 maanden aanspraak maken op een periodieke uitkering. Als de periode van 36 maanden is verstreken en u bent vanwege medische of sociale redenen niet volledig beschikbaar om uw bedrijf of zelfstandige beroep uit te oefenen, is er nog verlenging mogelijk. In principe wordt de lening verstrekt in de vorm van een renteloze In het jaar na de bijstandsverlening wordt, als het inkomen over het voorgaande jaar bekend is, door de gemeente vastgesteld of u een deel van de lening nog moet terugbetalen.

 

Bedrijfskapitaal
Aan een startende ondernemer kan bedrijfskapitaal worden verstrekt in de vorm van een rentedragende lening. De hoogte van dit bedrijfskapitaal kunt u vinden in de bijlage `13edrijfskapitaal aan beginnende zelfstandige’. Vergoeding begeleidingskosten Als uw bedrijf eenmaal is opgestart, kan het gewenst zijn om u door een deskundige te laten begeleiden. In het eerste jaar na de start van de onderneming kan de gemeente een bedrag voor deze begeleidingskosten beschikbaar stellen.

 

Voorbereidingskosten
Wilt u vanuit de bijstand een eigen bedrijf beginnen, dan kunt u zich – als dat nodig is – voorafgaand aan de start van de onderneming maximaal een jaar lang oriënteren op het ondernemerschap tijdens een voorbereidingstraject. U kunt bijvoorbeeld cursussen gaan volgen of een marktonderzoek doen. Dat kan belangrijk zijn om een ondernemingsplan op te kunnen stellen. Tijdens de voorbereidingsfase behoudt u uw bijstandsuitkering en kunt u worden vrijgesteld van de sollicitatieplicht. Voorwaarde is dat u zich tijdens de voorbereidingsperiode laat begeleiden door een deskundige. Hieraan zijn voor u geen kosten verbonden. Ook de kosten voor een noodzakelijke cursus of opleiding komen voor een vergoeding in aanmerking. De voorbereiding op het starten van een eigen bedrijf kan nog andere kosten met zich meebrengen. Voor noodzakelijke investeringen die samenhangen met de voorbereiding, zoals het doen van een marktonderzoek of de aanschaf van bedrijfsmateriaal, kunt u op grond van het BBZ gebruik maken van een renteloze lening. De hoogte van dit bedrag kunt u vinden in de bijlage Voorbereidingskosten starters’.

 

4.3 Oudere zelfstandigen met een niet – levensvatbaar bedrijf
Bent u een zelfstandige van 55 jaar of ouder, is uw bedrijf niet levensvatbaar en blijft uw inkomen uit het bedrijf of zelfstandige beroep beneden de bijstandsnorm? Dan kunt tot uw 65e een aanvulling op uw inkomen krijgen. Voorwaarde is dat u minstens tien jaar een bedrijf of zelfstandig beroep heeft uitgeoefend en dat het bruto-inkomen hieruit een minimumbedrag per jaar bedraagt. Dit bedrag kunt u vinden in de bijlage `Inkomenseis oudere zelfstandigen’. De periodieke uitkering wordt eerst als een voorschot verstrekt. Als uw inkomen over het jaar eenmaal bekend is, wordt de definitieve hoogte van de uitkering vastgesteld. De uitkering bestaat uit een bedrag ‘om niet’ ofwel een gift, als het eigen vermogen minder bedraagt dan het minimumbedrag, zie bijlage `Vrij te laten vermogen ouderen’. Als uw eigen vermogen boven deze grens ligt wordt de uitkering verstrekt als een renteloze lening. Deze moet worden terugbetaald nadat de bijstandsverlening is beëindigd. Als er sprake is van een financieringsprobleem van beperkte omvang kan ook een
bedrag aan bedrijfskapitaal worden verstrekt tot een maximum bedrag. Dit bedrag kunt u vinden in de bijlage ‘Bijstand voor bedrijfskapitaal oudere zelfstandigen’. Ook hiervoor geldt dat als het eigen vermogen onder de vermogensgrens ligt dit een bedrag ‘om niet’ is. Ligt het eigen vermogen daarboven dan wordt het een renteloze

 

4.4 Zelfstandigen die hun bedrijf moeten beëindigen
Bent u genoodzaakt om op korte termijn uw bedrijf of zelfstandige beroep te beëindigen? Dan kunt u voor maximaal twaalf maanden een aanvullende uitkering krijgen. Onder bepaalde voorwaarden is een verlenging van twaalf maanden mogelijk. Deze uitkering is bedoeld om te voorzien in de kosten voor levensonderhoud. Voorwaarde is dat het bedrijf niet levensvatbaar is en daarom wordt beëindigd. Het beëindigen van het bedrijf dient binnen twaalf maanden na indienen van de aanvraag plaats te vinden met eventuele verlenging van nog eens twaalf maanden.

 

4.5 Zelfstandigen die in afwachting zijn van een WAZ-uitkering
Wanneer u zodanig ziek of arbeidsongeschikt bent dat u een WAZ-uitkering heeft aangevraagd, kan aan u zonodig een uitkering voor levensonderhoud worden verstrekt, tot er een beslissing is gevallen omtrent de WAZ. Voorwaarde is dat uw bedrijf in ieder geval beperkt levensvatbaar is.

 

4.6 Marginale zelfstandigen met een levensvatbaar bedrijf
Bent u een zelfstandige en is uw bedrijf levensvatbaar, maar kunt u geen extra financieringslasten meer dragen en blijft uw inkomen uit het bedrijf of beroep duurzaam beneden de bijstandsnorm? Dan kunt u gedurende
zes maanden een aanvulling aanvragen op uw inkomen en eventueel een renteloze lening, die afhankelijk van uw inkomen omgezet kan worden in bijstand `om niet’.

 

5. Normbedragen
De normbedragen zijn de bedragen zoals vastgesteld door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De bijstandsnormen worden enkele malen per jaar herzien en indien nodig aangepast. Meer informatie over de actuele gegevens en de hoogte van bijstandsnormen is terug te vinden op de website van SZW (www.szw.nl). U kunt ze ook opvragen bij Dienst Regelingen.

 

6. Aanvraagprocedure

Wilt u een beroep doen op de BBZ, dan kunt u een aanvraag indienen bij de Sociale Dienst of de afdeling Sociale Zaken van uw gemeente. Bij BBZ-aanvragen van agrarische ondernemers wordt Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in het algemeen door de gemeenten benaderd. Dienst Regelingen voorziet de gemeenten van een advies inzake de mogelijkheden van de toepassing van het BBZ voor de specifieke aanvrager. Bij ontvangst van het adviesverzoek van de gemeente neemt een Specialist Financieringsregelingen van Dienst Regelingen zo spoedig mogelijk contact met u op, voor het maken van een afspraak. De bevindingen over het bed rijf worden schriftelijk aan de gemeente voorgelegd. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin u woont neemt aan de hand van het advies een beslissing en stelt u hiervan in kennis. Bent u het niet eens met de door het College van burgemeester en wethouders genomen beslissing op uw aanvraag? Dan kunt u daartegen binnen zes weken bezwaar aan tekenen.
Meer info? Wilt u meer weten over het BBZ dan kunt u terecht bij de Sociale Dienst van de gemeente waarin u woont.